Silvio Lorusso geldt als een van de meest prikkelende en inspirerende stemmen in het hedendaagse designveld. Als docent aan de Design Academy Eindhoven en auteur van het veelbesproken What Design Can’t Do stelt hij scherpe vragen over de rol van design in een wereld vol maatschappelijke en ecologische uitdagingen. Met zijn werk biedt hij nieuwe perspectieven en moedigt hij ontwerpers aan verder te kijken dan vorm en functie
Silvio woont en werkt in Lissabon en is een van de sprekers tijdens het Design Debate 2025 in Eindhoven, onderdeel van Dutch Design Week. Hieronder volgt een Q&A tussen Silvio en Mieke Gerritzen als startpunt voor een bredere discussie.
Mieke Gerritzen: “Je schreef het boek What Design Can’t Do, en dat is op zichzelf al een nogal negatieve titel voor een vakgebied dat mensen vroeger echt gelukkig maakte. Design was oorspronkelijk bedoeld om de wereld mooier te maken. Ik ben zelf ontwerper, en ik weet uit ervaring dat al mijn vrienden – veelal intellectuelen die zwaar theoretisch werk doen – vaak een glimlach op hun gezicht kregen wanneer ze met mij te maken hadden. Ik kwam immers uit de wereld van design; dat stond voor iets visueels, lichts en moois, iets dat mensen blij maakt. Hoe zie jij dat? Hou jij niet van mooie dingen?”
Silvio Lorusso: “Oh, ik hou van mooie dingen. De vraag is: houdt de designcultuur er ook van? Het lijkt mij dat de designcultuur de afgelopen tien jaar de categorie van het mooie grotendeels heeft laten varen, een categorie die traditioneel samenvalt met het nuttige, ten gunste van die van het juiste, het eerlijke en het rechtvaardige. Nu kan het mooie ook goed zijn, maar het idee van goedheid dat de designcultuur naar voren schuift is vaak aspiratief, symbolisch en soms zelfs rechtstreeks in tegenspraak met het mooie, dat wordt gezien als ‘formalistisch’ en daarom naïef en zelfgenoegzaam. Als schrijver let ik veel op woorden, dus kon ik niet anders dan opmerken dat deze politieke ambitie vooral heeft geleid tot een lege en retorische uitdrukkingsvorm, een kitsch van goede bedoelingen. Aangezien deze stijl elk charme en vitaliteit mist – het is eigenlijk een non-stijl – moest ik elders op zoek naar schoonheid. Soms vond ik die bij auteurs en werken die min of meer pessimistisch stonden tegenover design. Boeken zijn tenslotte ook ontworpen dingen, en er zijn veel ‘negatieve’ designboeken die ongelooflijk mooi zijn.”
Mieke Gerritzen: “Je bent opgeleid als ontwerper, maar op een bepaald moment ben je verschoven van maken naar theorie en nadenken over design. Dat kantelpunt moet ergens vandaan zijn gekomen. Waren het de mensen die je ontmoette tijdens je studie, of je eigen kijk op de wereld? Voor mij kwam dat kantelpunt in 1998, toen ik als grafisch ontwerper voor culturele organisaties minder inhoudelijke gesprekken voerde en vaker met marketingafdelingen sprak. Ik besloot toen om te stoppen met werken in opdracht en schreef als reactie mijn eerste boekje: Everyone is a Designer, Manifesto for the Design Economy. Kun je mij vertellen over jouw kantelpunt?”
Silvio Lorusso: “Ik zie mijn ontwikkeling als maker graag als een proces van dematerialisatie: van industrieel ontwerp, naar grafisch ontwerp, naar coderen en mediakunst, en uiteindelijk naar theorie en kritiek. Pas recent heb ik besloten mij volledig op schrijven toe te leggen. Voor mij is schrijven in de eerste plaats een stilistische onderneming: het gaat er echt om hóe je zegt wat je wilt zeggen. Schrijven brengt ook echte complexiteit met zich mee: je moet kiezen uit bijna oneindige combinaties tussen het ene woord en het volgende, en tussen een woord en alle andere. Tenslotte is schrijven sober: in een kunst- en designwereld die steeds meer samenvalt met ‘contentcreatie’ en daardoor wordt gekenmerkt door een maximalistische, barokke drang naar ‘rich media’—je gezicht tonen voor het algoritme, interactiviteit toevoegen waar het niet nodig is, soundtracks onder posts zetten—schuilt er iets bijna opstandig in het combineren van een handvol eenvoudige tekens, beschikbaar voor iedereen, met slechts een notitieboekje of een teksteditor bij de hand, in de hoop iemands hart te raken.”
Mieke Gerritzen: “Je geeft les aan de Design Academy Eindhoven, een unieke instelling die bekendstaat om de vele invloedrijke ontwerpers die er hebben gestudeerd en die niet direct verbonden is aan een universiteit. Dat heb ik altijd bijzonder gevonden, juist omdat de meeste kunstacademies die onafhankelijkheid niet kennen. Nu lijkt het erop dat DAE zich meer richting een universitair model beweegt, terwijl er wereldwijd talloze universiteiten zijn, maar slechts enkele echt onafhankelijke kunstacademies. Persoonlijk had ik het interessanter gevonden als DAE zijn eigen pad was blijven volgen, los van de klassieke academische methodes met hun nadruk op theorie en onderzoek. Hoe zie jij dit?”
Silvio Lorusso: “De ‘theoretische wending’ in design is een groter fenomeen, dat geldt voor veel academies in Nederland en daarbuiten. Dit is niet iets waar één instelling zich tegen kan verzetten, want zodra studenten het klaslokaal verlaten, komen ze terecht op evenementen waar kunstenaars en ontwerpers praten als promovendi met een activistische inslag. Deze situatie beïnvloedt ook het soort ontwerpwerk dat gepresenteerd wordt, dat vaak valt in wat Claire Bishop ‘research-based art’ noemde, gekenmerkt door de esthetische weergave van een overvloed aan informatie; of in expressieve, declaratieve projecten, zoals namaakprotesten in galerieën—‘painted protests’, om de titel van Dean Kissicks enigszins onsamenhangende artikel te lenen. Als docent bevind ik mij in een lastige positie, want hoewel ik zelf met schrijven en theorie bezig ben, moedig ik studenten aan om werk te maken dat iets in gang zet in plaats van alleen maar iets te verklaren. Een van mijn favoriete ontwerpprincipes is in dat opzicht Stafford Beers POSIWID: ‘the purpose of a system is what it does’—niet wat het zegt dat het doet.”
Mieke Gerritzen: “Ontwerpers hebben de wereld gevuld met onnodige dingen, en technologische innovatie heeft bijgedragen aan vervuiling, depressie, uitputting en oververhitting. In de mode zien we nu ontwerpers die minder voor de markt en meer voor het museum creëren—kleding als kunst, reflectie en discussie. Denk jij dat de rol van de ontwerper overbodig wordt en verschuift richting filosofie en reflectie, of is er nog steeds een toekomst voor ontwerpers die dingen willen maken?”
Silvio Lorusso: “In What Design Can’t Do heb ik deze reflectieve wending van de ‘culturele ontwerper’ beschreven als een vorm van onmacht, een ‘pedanterie van de geest’: als je geen invloed kunt uitoefenen op het ontwerp van dingen, blijft er niets anders over dan er diep over na te denken, ethische tekortkomingen aan te wijzen, verontwaardiging te uiten, enzovoort. Dit is bijzonder zichtbaar bij technologieën als AI, waarvan de koers moeilijk te sturen is. Om duidelijk te zijn: ik wil niet zeggen dat reflectie op onze ontworpen omgeving waardeloos is—het is tenslotte wat ik zelf doe als schrijver—maar ik ondervraag de rol van ‘kritisch zijn’ op basis van wat het daadwerkelijk doet. Als mijn theorie klopt, wordt de vraag: aan welke systemen kunnen ontwerpers, als concrete individuen in specifieke contexten, helpen vormgeven en meewerken om ze te transformeren? Ik zou zeggen: aan heel wat. Als we er in plaats daarvan voor kiezen om in de sfeer van reflectie te blijven, is de maatstaf voor de waarde ervan voor mij eenvoudig: kan de designcultuur ideeën genereren die ook buiten de ontwerpcontext serieus worden genomen? Dat is een uitdaging, die ook de mijne is.”

Silvio Lorusso, Italiaans schrijver, kunstenaar en docent aan de Design Academy Eindhoven, gevestigd in Lissabon, leverde een bijdrage aan het boek en zal een van de sprekers zijn tijdens Design Debate 2025 in het Next Nature Museum. Tickets zijn verkrijgbaar via de ticketpagina van Design Debate 2025.
Het boek NO Design Manifesto, Design Beyond Shame (Bis Publishers) zal binnenkort verkrijgbaar zijn in de webshop van het Next Nature Museum. Voor verdere verdieping is de online longread The No Design Manifesto: Curb Your Enthusiasm beschikbaar, geschreven door Mieke Gerritzen, Silvio Lorusso, Geert Lovink en Ned Rossiter, en gepubliceerd door het Institute of Network Cultures.


Comments (0)
Share your thoughts and join the technology debate!
No comments yet
Be the first to share your thoughts!