Van kampvuur naar TikTok

Dat sociale media zo’n explosief succes kenden, is geen verrassing. Deze nieuwe technologie sluit naadloos aan bij oeroude, tribale intuïties. Facebook is de kampvuurkring, TikTok de stamdans, X de roddelmarkt en LinkedIn het raadhuis. Deze platforms lijken futuristisch, maar zijn in feite digitale echo’s van oeroude neigingen. Ze geven onze tribale reflexen turbokracht: erbij horen, buitensluiten, vergelijken, angst voor het onbekende. Ooit hielp dat ons overleven in kleine stammen; vandaag vormen die reflexen digitale stammen op wereldschaal.

Maar deze dynamiek is niet nieuw. Elke keer als er een nieuw medium verschijnt, worden oude intuïties wakker. In de jaren dertig gebruikte Hitler de radio niet om mensen te informeren, maar om hun oerdriften te bespelen. De stem uit de luidspreker maakte van miljoenen losse individuen één kolkende menigte.

Onze instituties, overheid, rechtsstaat en democratie, zijn gebouwd op schrift. Papier was traag, bedachtzaam, rationeel. Precies de kwaliteiten waar Churchill op doelde toen hij zei dat democratie “het minst slechte systeem” is: log, soms frustrerend, maar in staat de stem van velen te ordenen. Alleen: die schriftcultuur kraakt nu onder druk. TikTok tikt sneller dan het parlement.

Waar gaat dit heen? Kijk niet naar je scherm, maar naar je brein. Want mensen hebben iets bijzonders: een grote voorhoofdskwab, de neocortex. Daarmee kunnen we plannen, rekenen en nadenken over de toekomst. Geen enkel dier kan dat zoals wij. Het gaf ons wetenschap, kunst en politiek, maar ook de last van eindeloos piekeren. Vandaar die permanente frons op ons voorhoofd: we dragen onze vooruitgang letterlijk in ons hoofd.

Fysiek zijn we steeds meer ontlast. Machines tillen, rijden en werken voor ons, maar mentaal dragen we steeds meer. Appjes, afspraken en geldzaken: alles stroomt door ons hoofd. Vooruitgang, maar ook een groeiende last.

Misschien hoeft dat niet altijd zo te blijven. Wat als technologie ons niet alleen sneller laat denken, maar ons ook helpt minder te piekeren? Wat als de computer en het internet een soort extra brein buiten ons hoofd worden? Dan hoeven we niet alles meer zelf te onthouden of uit te rekenen. Misschien kunnen we zo de last uit ons hoofd verplaatsen naar de wereld om ons heen.

Dat is de spagaat waarin we leven: instinct, ratio en technologie die elkaar voortdurend in de houdgreep nemen. Oerdriften die ons terugroepen naar de stam. Een neocortex die ons opzadelt met piekeren en verantwoordelijkheid. En een technologische omgeving die tegelijk bedreigt en bevrijdt. Of zoals bioloog E.O. Wilson het kernachtig stelde: “The real problem of humanity is that we have Paleolithic emotions, medieval institutions, and godlike technology.”

Onze smartphone en ons netwerk zijn extensies van wat we al kunnen. Ze vergroten ons geheugen, versnellen ons denken, verbinden ons in netwerken. Maar zolang Big Tech verdient aan het bespioneren van onze reflexen, blijft vooruitgang een valstrik.

De uitdaging is dus een andere: kunnen we systemen bedenken waarin bedrijven net zo goed verdienen aan het beschermen van onze privacy als nu aan het exploiteren ervan? Stel je een digitale omgeving voor die jou niet opslokt, maar juist beschermt.

Misschien ligt dáár de echte toekomst: niet meer brein in ons hoofd, maar een omgeving die meedenkt en onze menselijkheid ondersteunt en verrijkt.

Comments (0)

Share your thoughts and join the technology debate!

No comments yet

Be the first to share your thoughts!